George Nelson
In de introductie van zijn boek How to See uit 1977 schrijft George Nelson: “Als we de fysieke omgeving waarin wij het grootste deel van onze tijd doorbrengen echt willen zien, dan moeten we iets weten over ontwerpen en het ontwerpproces. Met andere woorden, iets zien en iets ontwerpen zijn aan elkaar gerelateerd, net als iets denken, zien en voelen aan elkaar gerelateerd zijn.”
Nelson schrijft Herman Millers uniekheid toe aan een “filosofie” of “zienswijze” die voortkomt uit een set van principes: dat wat je maakt belangrijk is, dat ontwerp een integraal onderdeel van zakendoen is; dat producten eerlijk moeten zijn; dat alleen wij kunnen beslissen wat we maken en dat er een markt is voor goed ontwerp. Deze principes gaven ons een mate van zelfstandigheid en innovatie die niet binnen handbereik was voor bedrijven die puur worden gedreven door de eisen van de markt of verkoopcijfers. Er wordt niet geprobeerd om te conformeren aan de zogenaamde normen van ‘algemene smaak’, noch wordt er veel waarde gehecht aan de methoden die gebruikt worden om het ‘kopende publiek’ te evalueren. De reden dat veel mensen zo geraakt worden door de originaliteit van de ontwerpen van Herman Miller, is dat het bedrijf weigert om de grootste gemene deler te volgen.”
Bij het herlezen van Nelsons voorwoord in de catalogus uit 1948, besef je dat door een ontwerpportfolio te creëren op basis van een set ethische waarden in plaats van op een puur esthetische basis, je niet alleen jezelf beschermt tegen de grillen van markttrends, maar ook tegen het gevaar dat je verouderd raakt. Als je uitgaat van een probleem en daar een elegante oplossing voor vindt, dan maak je grote kans dat je een blijvend ontwerp maakt. Herman Miller mag dan inmiddels tot een veel groter bedrijf zijn uitgegroeid dan in de dagen van Nelson en D.J. De Pree en de collectie van 1948, de basis waarop het bedrijf gebouwd is, is net zo ongelimiteerd en tijdloos als toen.
Alexander Girard
Opgeleid als architect, maar bedreven in allerlei activiteiten, werd Alexander Girard door Charles Eames en George Nelson geïntroduceerd bij Herman Miller, waar hij in 1952 de textielafdeling van Herman Miller oprichtte en tot 1973 werkte als designdirecteur. Vanuit zijn onderkomen in Santa Fe, New Mexico, ontwierp hij meer dan 300 textielen in meerdere kleurstellingen, meerdere behangcollecties, decoratieve afdrukken en wandkleden, een uitgebreide groep meubels en zowel decoratieve als functionele objecten. Zijn passie voor internationale volkskunst bracht hem over de hele wereld bij het verzamelen van zijn collectie van ongeveer 106.000 stukken.
Met een persoonlijkheid die zowel resoluut als gereserveerd was, geloofde Girard dat kwaliteit voor zichzelf moet spreken - en hij deed er veel aan om het idee te verspreiden dat het leven moet worden geleefd met een hogere achting voor de menselijkheid van onze omgeving. Zijn ongebruikelijke zienswijze en bewonderenswaardig ondogmatische benadering van elke nieuwe oplossing leidde tot een ongeëvenaard oeuvre dat niet alleen verbluffend is in volume en creativiteit, maar dankzij zijn fundamentele kwaliteiten van schoonheid en nut tot op de dag van vandaag relevant blijft.
Doordat ze nauw samenwerkten met de familie Girard, waren Herman Miller en Maharam verheugd om de officiële producenten te zijn van de ontwerpen van Alexander Girard en om verschillende meubelstukken, objecten, gezeefdrukte panelen en geweven textielsoorten ter beschikking te stellen.
Hoewel Girard zijn vaardigheden bij Herman Miller richtte op het textielprogramma, had hij een lange geschiedenis van het ontwerpen van meubels voor andere projecten en klanten. Voor Braniff omvatte dit banken, loungestoelen, caféstoelen en tafels voor de luchthavenlounges. In 1967 werden deze ontwerpen gecommercialiseerd in de Girard Group - zijn enige meubelcollectie voor Herman Miller. De nieuwe Hexagonal-tafel, Splayed Leg-tafel en Color Wheel-voetenbank vormen de eerste reproducties uit het meubelarchief van Girard.
In 1972 ontwikkelde Girard 40 decoratieve zeefdrukontwerpen om een element van “esthetisch functionalisme” toe te voegen aan zakelijke omgevingen. In tegenstelling tot zijn bedrukte textielen bestaan zijn panelen uit enkele, losstaande afbeeldingen, uiteenlopend van abstracte patronen tot figuratieve pictogrammen. Herman Miller is verheugd om 12 van deze ontwerpen opnieuw op de markt te brengen.
Maharam heeft tot nu toe 18 patronen van Girard heruitgegeven als onderdeel van de serie “Textiles of the 20th Century”, die is gewijd aan het getrouw opnieuw uitgeven van het werk van iconische moderne ontwerpers. Dankzij Girards macht over het textielmedium behoren zijn ontwerpen - met hun complexe constructies, ongebruikelijke garen en levendige kleuren - onder de meest uitdagende om te reproduceren.
Bill Stumpf
Bij het creëren van de eerste ergonomische bureaustoel ter wereld, begon ontwerper Bill Stumpf allereerst met het opnieuw definiëren van het begrip comfort. Zijn ideeën zijn vandaag de dag nog net zo relevant als toen. Stumpf bestreed alle dingen in de wereld die onnodig tegen onze menselijkheid in gingen, en zocht als ontwerper naar manieren om dat te verhelpen. En dat is in essentie waarom hij samen met Herman Miller ‘s werelds eerste ergonomische stoel heeft gecreëerd.
Het is nu eigenlijk moeilijk voor te stellen dat vóór 1976 de meeste mensen in kantoren op primitieve en oncomfortabele stoelen zaten. Na tien jaar onderzoek naar hoe mensen daadwerkelijk zitten tijdens hun werk, introduceerde Stumpf in 1976 de Ergon-stoel wrmee kantoorstoelen voor altijd veranderden. Zijn conceptboeken laten zien hoe hij orthopedisch chirurgen en hartspecialisten consulteerde voor informatie over de effecten van stoelen en de zithouding op de bloedsomloop, spieren en botten. Het was een revolutie die uit het niets leek te komen, maar zijn oorsprong had in een concept dat zo oud is als de mens zelf: comfort.
De criteria van Stumpf voor comfort hebben direct en indirect elk stoelontwerp van Herman Miller vanaf 1976 beïnvloed, van de Equa, Aeron, Mirra, Embody tot en met de Sayl. De lijst heeft zich net zo ontwikkeld als het gedachtegoed van Stumpf dat heeft gedaan, wat uiteindelijk tot 22 hoofdpunten heeft geleid. Zijn gedetailleerde onderzoek en veeleisende voorwaarden aan van wat design moet bereiken, zijn vandaag de dag nog net zo fris en provocatief als vier decennia geleden. Zijn criteria definiëren en herdefiniëren ook nu nog wat hoogwaardige meubels moeten zijn, met een balans van comfort, functie en esthetiek.
Bekijk onze andere blogs over Herman Miller: